Bedrijfsprofiel

Hand- en Computerwerk

In de Parallelweg in ‘s-Hertogenbosch is Fijn/Kunstsmederij Jan Venrooy gevestigd. Bij fijnsmeedkunst denkt men al snel aan sieraden. In de fijnsmederij van Jan Venrooy echter wordt veelal groter werk gemaakt. Dat varieert van schilden voor de gildes tot bar- en trapleuningen, verlichtingsarmaturen, hekwerken en kunstobjecten.

Een voorbeeld van het laatste is het grafmonument van kunstenares Dorette Sturm op de begraafplaats van Sint-Michielsgestel. Uitvaartbenodigdheden zoals grafzerken, urnen en ornamenten zijn een nieuwe tak geworden, evenals tuindecoraties, hekwerken en verlichting. Ook restauratie van zilverwerk voor particulieren en juweliers is een belangrijk onderdeel. Alle werken die de smederij verlaten, hebben -klein of groot- een ding gemeen: zij zijn allemaal met de hand vervaardigd. Jan: ‘De belangstelling voor handwerk komt steeds terug. Dat zie je nu bijvoorbeeld heel sterk in het ijzerwerk.’

Ateliers als deze zijn in Nederland op beide handen te tellen. Dat betekent dat het werkterrein van Jan Venrooy zich voor het overgrote deel buiten onze stad bevindt. Toch komen we bij een wandeling door ‘s-Hertogenbosch op diverse plaatsen werk uit zijn atelier tegen: de buitenlantaarn aan de gevel van De Smidse -gemaakt in opdracht van de Oeteldonksche Club-, de Oetel boven het water bij De Roode Leeuw, het kapelletje aan de muur tegenover het Huis van Bewaring in de Sint-Jorisstraat, het Art Deco hekwerk rond een balkon in de Van Diepenbeeckstraat, de nieuwe kaarsen- en bloemenstandaards in de Maria Kapel in de Sint Jan, het leuningwerk in Theater aan de Parade en de twee kunstwerken die daar aan de muur hangen. Ook alle messingwerk in Motel Vught is afkomstig van de Bossche fijnsmederij.

Oude technieken

Jan Venrooy kreeg de liefde voor het vak met de paplepel ingegoten. Zijn opa was edelsmid, zijn vader eveneens, en toen Jan na de middelbare school een jaar bij een goudsmid had gewerkt, wist hij dat hij de familietraditie wilde voortzetten. Hij volgde de vakschool in Schoonhoven. Zijn stagejaar bracht hij door bij Teulings in de Korte Putstraat waar hij na zijn studie in vaste dienst kwam. Daar werden veel kerksieraden gemaakt, kelken, kandelaars, tabernakels.

In 1984 begon Jan een eigen bedrijf aan de Smalle Haven. De markt voor kerksieraden zakte in, daarom stapte hij over op het grotere werk. Jan: ‘Ik werkte nog met drie metalen: zilver, rood- en geelkoper. Toen ik een kunstsmid in dienst nam, gingen we ook werken met ijzer en roestvrij staal.’ De opdrachten groeiden, zowel in aantal als in grootte. De ruimte aan de Smalle Haven werd te klein. In 1995 verhuisde de fijnsmederij naar de Parallelweg.

Jan: ‘De verschillende metalen hebben ieder hun specifieke eigenschappen, dus ook hun specifieke manieren van bewerken. Je hebt dus een grote variatie aan materialen en gereedschappen, bijvoorbeeld zagen en vijlen, nodig.

We gebruiken alle oude technieken nog, zoals emailleren, solderen, drijven. Drijven wil zeggen dat je een afbeelding maakt in het metaal. Het is een dure techniek, maar wel heel mooi!’

Spannend

Voor de restauratie van het Mauritshuis in Den Haag moesten nieuwe lampen ontworpen worden. Er waren al zeven ontwerpen in de kelder beland toen Jan Venrooy kwam met de lamp die hij in samenwerking met verlichtingsbedrijf Interlight had gemaakt. Dat ontwerp ging niet de weg van de voorgangers, integendeel.

De reactie na de proefopstelling was zo enthousiast dat het de opdracht opleverde om – in korte tijd – de 12 vertrekken van het Mauritshuis te voorzien van deze bijzondere verlichting. Na de restauratie werd het Haagse museum officieel geopend door Koningin Beatrix.
De eigentijdse kroonluchters maakten indruk op het staatshoofd: ‘Ik moet nog even sparen, maar dan wil ik ook zo’n lamp.’ Een identieke kroonluchter siert inmiddels de werkkamer van de koningin in Huis Ten Bosch. Ook in de Koninklijke Academie voor Wetenschappen in Amsterdam hangen vier van deze fraaie “lampen”.

Momenteel vinden de voorbereidingen plaats voor twee nieuwe grote opdrachten. In Apeldoorn wordt de beroemde Wilhelminaboom omgeven door een al even markant hekwerk.
Dit hekwerk moet gerestaureerd en vergroot worden. Jan Venrooy weet nu al dat straks niemand kan zien wat het gerestaureerde en wat het nieuwe deel van het hekwerk is.
De tweede uitdagende opdracht komt van twee studenten van de Academie voor IndustriĆ«le Vormgeving in Eindhoven. Voor hun afstudeerproject “Mens en Mobiliteit” ontwierpen zij een strandzeilwagen.

Door Jetta de Ruiter
Uit: De Bossche Omroep Op Zondag, 25 mei 1997